Aula Delft 20201016 28 focus
Esthetisch
PROJECTEN

Brutale gigant

Aula TU Delft
Architect:
Van den Broek en Bakema Architecten
Projectarchitecten:
Jo van den Broek, Jan de Groot, Gerard Lans, Henk Lops
Status:
Rijksmonumemt
Adres:
Mekelweg 5, Delft
Bouwperiode:
1966

Auteur: Martijn Haan

De Aula van de Technische Universiteit van Delft is het meest brutalistische gebouw van Nederland. Dat uit zich in de sculpturale vormen, de toepassing van kaal beton in al zijn ruigheid, de duidelijk zichtbare constructie, het massieve karakter en de gespierde vormen. Het entreegebouw met de twee potige pijlers lijkt op een plompe pad en en profil op de boeg van een ark die niet kan drijven. In de achterzijde is een ruimteschip te herkennen. Dit gebouw prikkelt de fantasie.

Aula TU Jan Voets Anefo wikimedia

De Aula was bij oplevering in 1966 het zwaarste gebouw in zijn soort in Nederland. Er zijn tonnen beton en staal in verwerkt. De vormgeving is sculpturaal, organisch en plastisch: alsof er een kleimodel voor is gebruikt. De uitwerking is ongepolijst, met veel in het werk gestort beton. Zowel binnen als buiten geeft de textuur van het béton brut het gebouw karakter. Voor de hoofdingang staat het blokkenkunstwerk Salami van Carel Visser, ook van beton.

De Aula bestaat uit een auditorium voor 1.500 personen, vier trapeziumvormige collegezalen met 250 tot 350 zitplaatsen, een senaatszaal en een mensa. In de Aula worden colleges gegeven, maar het is ook de plek waar de hoogtepunten van het academische jaar plaatsvinden, zoals promoties, symposia en de Dies Natalis.

Voor de architecten Johannes van den Broek en Jaap Bakema – beiden alumni van toen nog de Technische Hogeschool Delft – was het ontwerp van de Aula een eerbetoon aan de modernistische beweging. De nadruk lag op de sociale functie van architectuur, organische vormen en een met energie gevulde ‘kosmische ruimte’, waarin gebouw en stad in samenkomen.

Aula Delft 20201016 03

GESPIERDE TAAL

Op 8 januari 1966 werd de Aula geopend door minister-president Cals. De reacties op het gedurfde gebouw waren positief. Een kleine bloemlezing: ‘Een vreemd maar nuttig en mooi “ding”, een monumentaal visitekaartje’, zo was te lezen in het Algemeen Handelsblad op de dag van de opening. En een feestelijk gebouw. ‘Bovendien is het gebouw een kunststukje qua betonverwerking.’ Dat was het zeker.

In Trouw is men niet minder positief: ‘Het architectenbureau Van den Broek en Bakema heeft aan een hoeveelheid van nogal steriele en schaalloze gebouwen een uiterst expressief bijna barokgebouw toegevoegd’. In Het Parool van 12 maart 1966 sprak men van kloeke taal: ‘De nieuwe aula van Van den Broek en Bakema presenteert zich als een brutale gigant. Het gebouw spreekt een kloeke, stevige, gespierde taal.’

Jo van den Broek en Jaap Bakema vonden zelf dat de Aula geen ‘gebouw’ genoemd moest worden. Zelf spraken de architecten van ‘het ding’, de Delftenaren maakten er volgens de Leeuwarder Courant in 1966 ‘het monster’ van. Zo’n twee maanden later noemt Van den Broek de Aula in Het Parool toch weer gewoon een gebouw: ‘Het gebouw wil als een duidelijk organisme zichzelf zijn en geen gevelarchitectuur. In de architectuur is getracht de functionele geleding van het gebouw tot uitdrukking te brengen als een totale vorm. De zichtbaarheid van de constructie onderstreept zijn betekenis om functie en vorm tot een totaliteit van architectuur te brengen.’

Mecanoo luchtfoto Meklpark Siebe Zwart

ONTWIKKELING CAMPUS

Het terrein van de Technische Hogeschool werd in de jaren zestig ontwikkeld naar Amerikaans campusmodel. De Mekelweg vormde de centrale as waarlangs de belangrijkste universiteitsgebouwen kwamen te staan, waarbij de automobiel alle ruimte kreeg. Doordat verschillende inzichten en bouwstijlen door elkaar heen liepen, werd het TU-terrein geen toonbeeld van strakke planning. Sam van Embden, die verantwoordelijk was voor het masterplan van de TH Eindhoven en Twente, sprak van een ‘betrekkelijk chaotische toestand’ waar het de ordening van het TU-terrein betrof. Hij zag de Aula als ‘een groot en zeer krachtig ding dat de warboel domineert’. Daarmee werd de planologische chaos nog een beetje gered, aldus Van Embden.

De Aula staat op de grens tussen de stad Delft en de campus. Daarmee vormt het gebouw zowel de toegang als de afsluiting van de Mekelweg. Om die functie visueel te versterken plaatste Van den Broek het gebouw over de rooilijn heen, voorbij de uiterste toegestane bebouwingsgrens, dichter op de Mekelweg. Doordat dit bouwdeel op poten stond, werd de rooilijn echter niet werkelijk doorbroken. De Aula was niet het enige gebouw aan de Mekelweg dat door het bureau van Van den Broek en Bakema werd ontworpen. Ook de faculteit Civiele Techniek en het in 2008 door brand verwoeste Bouwkundegebouw waren van hun hand.

Aula Delft 20201016 15

OORSPRONKELIJKE ONTWERP

De entree aan de voorzijde van de Aula is het hoogtepunt van brutalisme in Nederland. Het Auditorium is een waar huzarenstukje in betonverwerking: een 16 meter uitkragende, halfronde betonnen schotel van 1.360 ton, die tot ruim 30 meter hoogte reikt en aan alle kanten uitsteekt. Om dit technisch mogelijk te maken is de destijds nieuwe techniek van voorgespannen beton gebruikt. In totaal is zo’n 35 kilometer aan voorspanningskabels in het gebouw verwerkt. De schroefeinden waar de kabels aan zijn bevestigd, zijn duidelijk zichtbaar gelaten, als ornamenten aan de muren.

Bij de studenten in Delft gaat de mare rond dat de twee poten onder het Auditorium geen dragende functie zouden hebben, maar er slechts staan omdat anders veel studenten niet onder de overkraging door zouden durven lopen. Zonder de poten zou het gevaarte echter daadwerkelijk instorten. De studenten zouden gelijk hebben gekregen in hun vrees voor instorting.

In het onderste deel bevonden zich de fietsenstalling en de overdekte entree voor de studenten. De rest was open, de bovenliggende verdieping werd gedragen door betonnen pijlers. De entree aan de achterzijde leidde net als de hoofdingang onder het auditorium door, naar de centrale benedenhal. Twee grote dubbele trappen kwamen uit bij de grote verdiepingshal die dienstdeed als foyer voor het auditorium en als studentenkantine. Op de tweede verdieping komt de trap uit op een galerij, de bovenrondgang, die toegang geeft tot het auditorium en de buitenrondgang. Op deze verdieping bevinden zich ook de senaatszaal en de commissiekamers.

Aula Delft 20220622 29

KABINET VAN DR. CALIGHARI

Op de eerste verdieping, achter de kantine, zijn de vier collegezalen, oorspronkelijk bedoeld voor de studenten en docenten van het naastgelegen gebouw voor Technische Natuurkunde. De gebouwen zijn met elkaar verbonden door een luchtbrug. De collegezalen zijn geconstrueerd als twee gesloten dozen met elk twee zalen, die worden gedragen door kolommen. Tussen de wanden van de vier zalen en het vouwdak is op ontmoeting gerichte restruimte, fraai verlicht door raatvormige ramen in het vouwdak. In Van den Broek en Bakema 1948-1988 kenschetst Van den Broek de ruimtelijke sfeer, met zijn zware betonnen balken en de zichtbare luchtkanalen, gekscherend als ‘het kabinet van dr. Calighari’, naar de eerste horrorfilm.

De achterzijde van het gebouw kraagt ook over, maar niet zo extreem als de voorzijde. Dragende poten zijn hier niet nodig. Deze zijde levert de iconische foto’s op die veelvuldig op sociale media worden gedeeld door brutalistas. In de achterkant weerspiegelen zich de schuin oplopende vloeren van de twee achterste collegezalen. Er steekt in het midden een soort controlekamer uit, die eruit ziet alsof van daaruit het hele betonnen ruimteschip wordt bestuurd. De werkelijkheid is prozaïscher: dit is de werkkamer van de amanuensis. Sinds 1998 grenst de achterzijde aan een Teletubbieachtige grasheuvel met wigwam, waaronder de door Mecanoo ontworpen bibliotheek schuilgaat.

Aula TU wikimedia the van den Heuvel RCE

De overkragende voor- en achterzijde maken van de Aula een tweekoppig monster. In die koppen bevinden zich het auditorium en de collegezalen met daartussen een ruim opgezet trappenhuis. Van den Broek en Bakema zagen de toegevoegde waarde van deze overgangs- en tussengebieden als ontmoetingsplek. Hier, rond de trappen, hangen de studenten rond, komen ze elkaar tegen bij een kopje koffie, ontmoeten ze elkaar na een college: het is de ‘bijenkorf van de dagelijkse bedrijvigheid’.

De drie sterk verschillende delen van de Aula – het auditorium, het middendeel en de collegezalen – worden tot een eenheid gemaakt door het spectaculaire dak. Het vouwdak heeft voor alle drie de delen een unieke ‘vouw’. Oorspronkelijke stond op het middendeel een hoge uitkragende bestuurstoren ingetekend, maar die haalde het eindontwerp niet: te duur.

Aula Delft 20201016 28

HUIDIGE STAAT

De Aula heeft nog steeds zijn oorspronkelijke functie. Er zijn de nodige aanpassingen geweest, maar aan de betonconstructie is niets veranderd. Belangrijkste wijziging is dat een deel van de oorspronkelijk open ruimte onder het gebouw is dichtgezet, waardoor het minder dan vroeger los staat van zijn omgeving en minder lijkt te ‘zweven’. Op de plek waar tot 1991 de fietsen werden gestald, bevinden zich de mensa en sinds kort het restaurant Faculty Club.

Binnen is de afwerking van de wanden niet overal in de oorspronkelijke staat. De eenvoudige maar kleurige mozaïeken zijn er nog, maar veel van de grenenhouten lamellen zijn vervangen door veel netter ogend bamboe. De klimaatbeheersing van dit rijksmonument blijft zoals bij veel grote betonnen gebouwen problematisch.

De achterzijde van de Aula heeft een tijd in de steigers gestaan en ziet er nu weer keurig uit. The Getty Foundation stelde in 2018 geld beschikbaar uit het subsidieprogramma Keeping it modern, dat zich richt op behoud van toonaangevende modernistische architectuur wereldwijd. Met dat het geld is onderzocht hoe het gebouw zo goed mogelijk in zijn oude brutalistische glorie bewaard kan blijven. Dat biedt hoop voor de toekomst.

uit: Bruut. Atlas van het brutalisme in Nederland
Arjan den Boer, Martijn Haan, Bart van Hoek, Martjan Kuit, Teun Meurs
ISBN 9789462585379
WBOOKS, 2023

Ook interessant

uitgelicht